26. merkt op dat het foutenpercentage op basis van dit onderzoek werd geschat op 3,6% (wat neerkomt op een bedrag van ongeveer 259,5 miljoen EUR), tegenover een schatting van 3% van de Rekenkamer; merkt op dat de belangr
ijkste oorzaken die werden geïdentificeerd, op volgorde van belangrijkheid, de volgende waren: tekortkomingen en fouten gemaakt door internationale organisaties die de door de Unie gefinancierde projecten uitvoeren, het niet terugvorderen van bedragen na controles of uitgaven
verificatiemissies, diverse fouten ten aanzien ...[+++]van indirect beheerde Unie-middelen en een gebrek aan documentatie in aanbestedingsprocedures; verwacht dat dit werk ten aanzien van het restfoutenpercentage in 2013 verder zal worden bijgeschaafd voor een verbeterde betrouwbaarheid en dat de resultaten hiervan aan het Parlement worden gepresenteerd; 26. constate que cette étude évalue le taux d'erreur à 3,6 % (environ 259,5 millions d'euros), alors que la Cour des comptes l'a estimé à 3 %; relève que les principales causes constatées sont, par ordre d'importance, les lacunes et les erreurs des organisations internationales lors de la mise en œuvre de projets financés par l'Union, le non-recouvrement de montants à la suite des audits ou des vérifications des dé
penses, des erreurs diverses dans la gestion indirecte des fonds de l'Union et des déficiences dans les documents des procédures d'appels d'offres; espère que ces travaux sur les taux d'erreur résiduels continueront d'être af
...[+++]finés en 2013 pour améliorer encore leur fiabilité et les résultats présentés au Parlement;