C. met genoegen overwegende dat er op 15 oktober 2002 een intentieverklaring voor het stopzetten van de vijandelijkheden ondertekend is door de Soedanese regering en het Soedanese volksbevrijdingsleger/de Soedanese volksbestrijdingsbeweging (SPLA/M), waardoor beide partijen zich ertoe verbinden om ongehinderde toegang te verlenen voor humanitaire hulpverlening aan alle noodlijdende gebieden en personen; maar met spijt overwegende dat beide partijen elkaar al van schendingen van de overeenkomst tot staakt-het-vuren beschuldigen,
C. se félicitant en particulier que, le 15 octobre 2002, le gouvernement soudanais et le Mouvement/Armée de libération des peuples du Soudan (SPLM/A) aient signé le mémorandum d'entente sur la cessation des hostilités, en vertu duquel les deux parties s'engagent à ne pas faire obstacle à l'acheminement de l'aide humanitaire jusqu'à toutes les régions et toutes les personnes dans le besoin; déplorant, cependant, que chacune des deux parties ait déjà accusé l'autre de violer l'accord de cessez-le-feu,