Toen de lidstaten eenmaal overeengekomen waren de ouderlijke verantwoordelijkheid onder het verdrag te brengen, rees er immers een bevoegdheidsprobleem, weliswaar niet ten aanzien van kinderen met gewone verblijfplaats in de staat waarvan de rechterlijke instanties bevoegd zijn terzake van de huwelijksband, maar wel ten aanzien van kinderen die gewoonlijk in een andere lidstaat verblijven.
En fait, une fois résolu entre les États membres le problème de l'inclusion de cette manière dans la convention, la difficulté consistait à définir les critères de compétence. En effet, alors qu'il ne se pose pas de problème dans les cas où l'enfant a sa résidence habituelle dans l'État dont les juridictions sont compétentes pour statuer en matière matrimoniale, il n'en va pas de même lorsque la résidence habituelle de l'enfant se situe dans un autre État membre.