De verwijzende rechter in de zaken nrs. 2854, 2855 en 2856 vraagt het Hof naar de mogelijke discriminatie die zou voortvloeien uit de voormelde bepaling in zoverre die de toekenning van maatschappelijke dienstverlening verbiedt aan de illegaal verblijvende meerderjarige vreemdelingen en hierdoor onder kinderen een verschil in behandeling in het leven wordt geroepen op basis van het administratief statuut van hun ouders, aangezien het bedrag van de hulp groter zou zijn wanneer de minderjarige ten laste is van legaal verblijvende ouders.
Le juge a quo dans les affaires n 2854, 2855 et 2856 interroge la Cour sur l'éventuelle discrimination qui résulterait de la disposition précitée en ce qu'elle interdit l'octroi de l'aide sociale aux étrangers majeurs en situation illégale, opérant, de ce fait, une différence de traitement entre enfants sur la base du statut administratif de leurs parents dès lors que le montant de l'aide serait plus important lorsque le mineur est à charge de parents en séjour légal.