5. Inzake de nationale opsporingsbevelen die in het buitenland worden verspreid, moet een onder- scheid worden gemaakt tussen enerzijds degene voor de vermisten, die het Commissariaat-generaal soms op eigen initiatief verstuurt, en anderzijds voor de verdachten, die enkel worden verstuurd op aanvraag van de gerechtelijke overheden die met het onderzoek belast zijn, eventueel op basis van een internationaal aanhoudingsbevel.
5. La distinction doit être faite pour les avis de recherches nationaux diffusés à l'étranger entre, d'une part, ceux pour les disparus qui sont parfois effectués d'initiative par le commissariat général et, d'autre part, ceux pour les auteurs présumés qui ne sont transmis qu'à la demande des autorités judiciaires compétentes qui sont chargées de l'enquête, éventuel- lement sur la base d'un mandat d'arrêt international.