Daardoor werden taalkaders uitgewerkt, niet in functie van de voorschriften van de wet, maar wel in functie van een politiek vooraf vastgestelde verdeling van de overheidsbetrekkingen volgens een verdeelsleutel waarbij grosso modo twee derden van de betrekkingen naar de Franstaligen en één derde naar de Nederlandstaligen diende te gaan.
Des cadres linguistiques ont ainsi été élaborés en fonction non pas des prescriptions légales, mais d'un choix politique au préalable, qui s'est traduit par une ventilation des emplois publics selon une clé de répartition attribuant grosso modo deux tiers des emplois aux francophones et un tiers des emplois aux néerlandophones.