30. wijst erop dat de participat
iegraad van vrouwen gemiddeld 18% lager ligt dan die van mannen, dat de segregatie op de arbeidsmarkt nog altijd groot is en dat vrouwen gemiddeld 76% van het
uurloon van mannen verdienen; betreurt daarom dat de lidstaten in vergelijking met het voorgaande jaar in 2001 minder nadruk hebben gelegd op gelijke kansen in hun nationale actieplannen voor de werkgelegenheid en dat een coherente en allesomvattende strategie voor de toepassing van genderma
instreaming in alle ...[+++]vier de pijlers in veel lidstaten nog altijd ontbreekt;
30. souligne que le taux d'emploi moyen des femmes est à plus de 18 % en dessous du taux masculin, que la ségrégation sur le marché du travail reste importante et que les femmes perçoivent en moyenne un salaire horaire de l'ordre de 76 % du salaire masculin; regrette dès lors que les États membres en 2001 aient accordé aussi peu d'importance au pilier sur l'égalité des chances dans leurs PAN par rapport à l'année précédente, et qu'il n'y ait toujours pas de stratégie cohérente et exhaustive pour la mise en œuvre de l'intégration de l'égalité des hommes et des femmes dans les quatre piliers dans de nombreux États membres;