De bovengrens voor de pijn waaraan dieren bij proeven mogen worden blootgesteld wordt verhoogd van "licht" naar "matig ernstig"; er mogen zwerfhonden en –katten worden gebruikt voor dierproeven en onderzoekers mogen helemaal zelf bepalen of zij dieren bij dierproeven verdoven of pijnstillers toedienen, zelfs bij pijnlijke procedures; sociale dieren, zoals honden en primaten, mogen in afzondering worden gehouden; de borstkas mag worden opengesneden zonder gebruik te maken van analgesie en er mag met levende dieren worden geëxperimenteerd voor onderwijsdoeleinden.
Elle «rehausse» le seuil de douleur acceptable au cours des expériences de «léger» à «modéré»; elle autorise les expériences sur les chiens et les chats errants, la décision d’administrer des anesthésiques ou des analgésiques étant laissée à la discrétion des chercheurs; elle permet de réutiliser plusieurs fois le même animal, même dans des procédures douloureuses; elle permet que certains animaux sociables tels que les chiens ou les primates soient détenus en isolement; elle permet également de pratiquer des thoracotomies sans analgésie et autorise les expériences sur des animaux vivants à des fins éducatives.