Daaruit volgt noodzakelijkerwijze dat vanuit het oogpunt van het internationaal recht bij artikel 14, eerste lid, a)
, van het voormelde Verdrag van Wenen wordt geregeld op welke voorwaarden het Koninkrijk België geacht dient te worden zijn inestemming te hebben gegeven om gebonden te worden, aangezien dat « Verdrag » impliciet maar zeker voorziet in een bekrachtiging : deze bepaling
, die als opschrift draagt « Het door bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring tot uitdrukking brenge
n van de instemming ...[+++]door een verdrag gebonden te worden », luidt als volgt : « De instemming van een Staat door een verdrag gebonden te worden, wordt tot uitdrukking gebracht door bekrachtiging, indien : a) het verdrag er in voorziet dat deze instemming door bekrachtiging tot uitdrukking wordt gebracht ».Il en résulte nécessairement qu'en droit international, c'est l'article 14, § 1, a), de la Convention de Vienne
précitée qui régit, pour la « Convention » à l'exa
men, les conditions dans lesquelles le Royaume de Belgique doit être considéré comme exprimant son consentement à être lié puisque cette « Convention » prévoit, de manière implicite mais certaine, une ratification: aux termes de cette disposition, intitulée « Expression, par la ratification, l'acceptation ou l'approbation, du consentement à être lié par un traité », « [l]e co
...[+++]nsentement d'un État à être lié par un traité s'exprime par la ratification: a) lorsque le traité prévoit que ce consentement s'exprime par la ratification ».