2. Indien overeenkomstig de wetgeving van een Verdragsluitende Staat een natuurlijk kind de nationaliteit van die Staat verliest als gevolg van een erkenning, wordt het de mogelijkheid geboden deze terug te krijgen door middel van een daartoe strekkend aan de bevoegde autoriteit gericht verzoek, waarvan de inwilliging niet mag worden gebonden aan de vervulling van strengere voorwaarden dan die, welke worden genoemd in het tweede lid van artikel 1 van dit Verdrag.
2. Si, conformément à la législation d'un Etat contractant, un enfant naturel perd la nationalité de cet Etat à la suite d'une reconnaissance de filiation, la possibilité lui sera offerte de la recouvrer par une demande souscrite auprès de l'autorité compétente, demande qui ne pourra être soumise à des conditions plus rigoureuses que celles prévues au paragraphe 2 de l'article premier de la présente Convention.