De tweede paragraaf van hetzelfde artikel 32 bepaalt dat de aanwijzing van een magistraat buiten het rechtscollege of het parket in de personeelsformatie waarvan hij in hoofdorde wordt benoemd, in onderling overleg tussen de betrokken korpschefs wordt geregeld, nadat de betrokkene werd gehoord; de gemeenschappelijke beslissing bepaalt de nadere regels van de aanwijzing, moet worden gemotiveerd en geldt voor een hernieuwbare periode van ten hoogste één jaar; er wordt gepreciseerd dat de instemming van de magistraat niet is vereist.
Le deuxième paragraphe du même article 32 prévoit que la désignation d'un magistrat en dehors de la juridiction ou du parquet dans le cadre du personnel duquel il est nommé à titre principal, est réglée de commun accord entre les chefs de corps concernés, après avoir entendu l'intéressé; la décision commune précise les modalités de désignation, doit être motivée et vaut pour une période maximale d'un an renouvelable; il est précisé que le consentement du magistrat n'est pas requis.