Rekening houdend met het feit dat uit de voormelde parlementaire voorbereiding van de wet van 3 juli 1967 duidelijk volgt dat de wetgever voor de werknemers van de privé-sector en die van de openbare sector een vergelijkbaar stelsel heeft willen vaststellen voor wat in het bijzonder de regeling van schadeloosstelling betreft van slachtoffers van een arbeidsongeval of een ongeval op de weg naar en van het werk, dient, om dezelfde redenen als vermeld in B.2.2 tot B.5.2 van het voormelde arrest nr. 3/97, een bevestigend antwoord te worden gegeven op de prejudiciële vraag.
Compte tenu de ce qu'il résulte clairement des travaux préparatoires précités de la loi du 3 juillet 1967 que le législateur a entendu établir un régime comparable pour les travailleurs du secteur privé et ceux du secteur public en ce qui concerne en particulier le régime d'indemnisation des victimes d'un accident du travail ou sur le chemin du travail, il s'impose, pour les mêmes motifs mentionnés en B.2.2 à B.5.2 de l'arrêt n° 3/97 précité, de donner une réponse affirmative à la question préjudicielle.