Uit de memorie van de Ministerraad blijkt dat de verantwoording van die maatregel gelegen was in de objectieve vaststelling dat, indien de adjudanten en adjudant-chefs, niet-brigadecommandanten, opleidingen hadden genoten en profielen vertoon
den die min of meer vergelijkbaar waren met die van de adjudanten en adjudant-chefs, brigadecommandanten, en men hen dus op middellange termijn (vijf jaar en meer) moest toestaan eveneens over te gaan naar het officierskader, het billijk was op dezelfde wijze te handelen wanneer het om andere hogere categorieën van de voormalige gemeentepolitie (M6) en de voormalige gerechtelijke politie (M7bis ) gin
...[+++]g.Il ressort du mémoire du Conseil des ministres que la justification de cette mesure tenait dans le constat objectif que si les adjudants et adjudants-chefs non commandants de brigade avaient des formations et des profils plus ou moins comparables aux adjudants et adjudants-chefs commandants de brigade et qu'il fallait donc, à moyen terme (5 ans et plus), leur permettre d'accéder aussi au cadre d'officiers, il était équitable d'opérer de même s'agissant des autres catégories supérieures de l'ancienne police communale (M6) et de l'ancienne police judiciaire (M7bis ).