De eerste is die van de 900 à 1 000 kandidaat-notarissen, dat wil zeggen licentiaten in het notariaat die op een notariskantoor werkzaam zijn en die hun stage reeds geruime tijd hebben volbracht, de tweede die van de licentiaten in het notariaat die na het behalen van hun diploma onmiddellijk de in de wet bepaalde vergelijkende toelatingsproef zullen afleggen.
La première est celle des 900 à 1 000 candidats-notaires, c'est-à-dire des licenciés en notariat qui travaillent dans une étude de notaire et qui ont accompli leur stage depuis longtemps, et la seconde, celle des licenciés en notariat qui, après l'obtention de leur diplôme, passeront immédiatement le concours d'admission prévu par la loi.