Wat de periodiciteit van de dwangsom betreft, is het Hof, gelet op het feit dat het leveren van het bewijs dat aan richtlijn 91/271 is vold
aan, enige tijd kan vergen en om in voorkomend geval rekening te houden met de vooruitgang die de betrokken lidstaat heeft geboekt, overeenkomstig het voorstel van de Commissie van oordeel dat het passend is, voor de berekening van de dwangsom uit te gaan van tijdvakken van zes maanden en het totaal betreffende elk van
die tijdvakken (te weten een dwangsom van 859 404 EUR per halfjaar vertraging) t
...[+++]e verminderen met een percentage dat overeenkomt met het aantal inwonerequivalenten dat in overeenstemming is gebracht met het arrest van 8 juli 2004.Quant à la périodicité de l’astreinte, conformément à la proposition de la Commission, étant donné que la fourniture de la preuve de la conformité avec la directive 91/273 peut exiger un certain délai et afin de tenir compte du progrès éventuellement réalisé par ledit État membre, la Cour juge approprié que l’astreinte soit calculée sur la base de périodes de six m
ois en réduisant le total relatif à de telles périodes (c’est-à-dire une astreinte de 859 404 euros par semestre de retard) d’un pourcentage correspondant à la proportion représentant le nombre d’équivalents habitants qui ont été mis en conformité avec l’arrêt du 8 juillet 2004
...[+++].