4. Bij het behandelen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 9, lid 1, vergewissen de lidstaten die het Schengenacquis niet volledig uitvoeren zich ervan dat de onderdaan van het derde land geen risico op illegale immigratie vormt, en dat de betrokkene voornemens is het grondgebied van de lidstaten uiterlijk op de datum waarop de vergunning verstrijkt te verlaten.
4. Lors de l'examen d'une demande d'autorisation visée à l'article 9, paragraphe 1, les États membres qui n'appliquent pas l'acquis de Schengen dans sa totalité vérifient si le ressortissant de pays tiers ne présente pas de risque d'immigration illégale et s'il compte quitter le territoire des États membres au plus tard à la date d'expiration de l'autorisation.