De NMBS-Holding daarentegen is van oordeel dat die opheffing op een vergissing zou berusten en dat het koninklijk besluit als onwettig zou moeten worden beschouwd, in zoverre het het vijfde lid van artikel 13 opheft, vermits de Koning daarmee de bevoegdheden die in artikel 2, § 1, van de wet van 21 maart 1991 werden bepaald, te buiten zou zijn gegaan, zodat het met toepassing van artikel 159 van de Grondwet buiten toepassing zou moeten worden gelaten.
La SNCB Holding estime en revanche que cette abrogation reposerait sur une erreur et que l'arrêté royal devrait être considéré comme illégal en tant qu'il abroge l'alinéa 5 de l'article 13, puisque le Roi aurait, en abrogeant cet alinéa, excédé les compétences fixées à l'article 2, § 1, de la loi du 21 mars 1991, de sorte que l'application de cet arrêté royal devrait être écartée, en vertu de l'article 159 de la Constitution.