Zoals het Hof in dat arrest oordeelde en in het arrest nr. 151/2003 heeft herhaald, was het niet onbestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, dat de decreetgever voorzag in een procedure waarbij de Vlaamse Regering, en in voor
komend geval andere vergunningverlenende overheden, werden gemachtigd om, bij het verlenen van de stedenbouwkundige en andere vergunningen voor een reeks werken, handelingen en inrichtingen waardoor het Deurganckdok kon worden aangelegd en operationeel gemaakt en die op grond van de in B.9.2 van het arrest nr. 94/2003 vermelde redenen van « d
...[+++]wingend groot algemeen en strategisch belang verklaard » waren, een uitzondering te maken op de bestemmingen van de plannen van aanleg.Ainsi que la Cour l'a jugé dans cet arrêt et l'a répété dans l'arrêt n° 151/2003, il n'était pas incompatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution que le législateur décrétal prévoie une procédu
re dans laquelle le Gouvernement flamand et, le cas échéant, d'autres autorités compétentes pour délivrer des permis, soient autorisés à déroger aux affectations prévues par les plans d'aménagement, lors de l'octroi de permis d'urbanisme et d'autres permis pour une série de travaux, d'opérations et d'aménagements permettant de construire et de rendre opérationnel le « Deurganckdok », et qui, pour les motifs mentionnés en B.9.2 de l'arrêt
...[+++]n° 94/2003, avaient été déclarés « de grand intérêt général et stratégique obligatoire ».