Zo is het Hof van oordeel dat goederen waarvan na een onderzoek ten gronde niet is bewezen dat zij zijn bestemd om in de Unie te worden verhandeld, niet kunnen worden aangemerkt als „namaakgoederen” en „door piraterij verkregen goederen”.
Ainsi, la Cour considère que des marchandises pour lesquelles il n’est pas prouvé, après examen au fond, qu’elles sont destinées à une mise en vente dans l’Union, ne peuvent être qualifiées de « marchandises de contrefaçon » et de « marchandises pirates ».