De Hoge Raad meende namelijk dat betrokkene, sinds zijn verhuizing naar Duitsland, geen enkel aangrijpingspunt met Nederland meer had dat een onderwerping aan de Nederlands socialezekerheidswetgeving zou kunnen rechtvaardigen.
La Cour suprême considère en effet, que depuis son déménagement vers l'Allemagne, l'intéressé n'avait plus de point de rattachement avec les Pays-Bas qui justifierait qu'il restât soumis à la législation de sécurité sociale néerlandaise.