22. verzoekt de EU en haar lidstaten strafrechtelijke onderzoeken te beginnen tegen degenen die tijdens de oorlog seksuele misdrijven hebben gepleegd en die zijn geëmigreerd en een permanente verblijfsstatus, inclusief burgerschap, in de lidstaten hebben gekregen, en te erkennen dat deze misdrijven in feite oorlogsmisdrijven zijn en dat zij niet moeten worden behandeld als algemene seksuele misdrijven of onder een verjaringsregeling moeten vallen
22. invite l'UE et ses États membres à engager des poursuites contre les auteurs de crimes sexuels en temps de guerre qui ont immigré et obtenu des permis de séjour permanents, y compris la citoyenneté de certains États membres, et à reconnaître que leurs crimes sont en fait des crimes de guerre et qu'ils ne sauraient être traités comme des crimes sexuels ni être prescriptibles;