(6 bis) Deze richtlijn ligt in het verlengde van en steunt grotendeels op de "historische", op 27 januari 2004 door de Gemeenschap van Europese Spoorwegen (CER) en de Europese Federatie van Transportwerknemers (ETF) gesloten paritaire overeenkomst betreffende het "Europees rijbewijs voor treinbestuurders die in het interoperabele grensoverschrijdende verkeer worden ingezet", en de overeenkomst betreffende de arbeidsvoorwaarden van het mobiele personeel dat in het grensoverschrijdende verkeer wordt ingezet.
(6 bis) La présente directive fait suite, en s'en inspirant très largement, à l'accord paritaire "historique" conclu le 27 janvier 2004 entre la Communauté européenne du rail (CER), d'une part, et la Fédération européenne des transports (FET), d'autre part, sur la "licence européenne pour conducteurs effectuant un service d'interopérabilité transfrontalière", ainsi que de l'accord portant sur les conditions de travail du personnel mobile effectuant des services transfrontaliers.