2. « Schenden de bepalingen van artikel 470 WIB/1992 de artikelen 10 en 11 Grondwet/1994 in die zin dat deze bepalingen voorzien dat de gemeenten een administratiekost aan de federale overheid moeten betalen voor het innen en invorderen van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting, daar waar de wetgever ten aanzien van de aanvullende gemeentebelastingen op andere belastingen die door de federale overheid ten behoeve van
de gemeenten worden geïnd en ingevorderd, zoals d
e opcentiemen op de verkeersbelasting en de opcentiemen o ...[+++]p de onroerende voorheffing van de onroerende goederen gelegen in het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, nergens heeft voorzien dat de gemeenten voor deze dienst administratiekosten aan de federale overheid moeten betalen ?2. « Les dispositions de l'article 470 CIR/1992 violent-elles les articles 10 et 11 de la Constitution/1994 en ce qu'elles prévoient que les communes doivent payer des frais d'administration à l'autorité fédérale pour la perception et le recouvrement de la taxe communale additionnelle à l'impôt des personnes physiques, alors que le législateur, en ce qui concerne les taxes communales additionnelles à d'autres impôts perçus et recouvrés par l'autorité fédérale au profit des communes, comme les cen
times additionnels à la taxe de circulation et les centimes additionnels au précompte immobilier relatif aux biens immobiliers situés en Région
...[+++]wallonne et dans la Région de Bruxelles-Capitale, n'a pas prévu que les communes doivent payer pour ce service des frais d'administration à l'autorité fédérale ?