Met betrekking tot de activiteit van verkoop van alcoholvrije dranken en eetwaren in die inrichtingen stellen de Burgemeester van Maastricht, alsmede de Nederlandse, de Belgische en de Franse regering dat die activiteit volstrekt bijkomstig is ten opzichte van de verkoop van cannabis en geen invloed op de oplossing van het hoofdgeding kan hebben.
Quant à l’activité consistant en la commercialisation de boissons sans alcool et d’aliments dans de tels établissements, le bourgmestre de Maastricht ainsi que les gouvernements néerlandais, belge et français soutiennent que cette activité est tout à fait secondaire par rapport à la vente de cannabis et ne saurait avoir une incidence sur la solution du litige.