Ingevolge het arrest van het Arbitragehof van 20 oktober 2004, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 28 oktober 2004, waarbij artikel 16 van de wet van 3 mei 2003 tot wijziging van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van de giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de
stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen werd vernietigd, wer
den, in het recente verleden, binnen elk rechtsgebied, gelijk
...[+++]luidende tijdelijke richtlijnen verspreid inzake de vervolging van het bezit, door meerderjarigen, van zeer beperkte hoeveelheden cannabis.
A la suite de l'arrêt de la Cour d'arbitrage du 20 octobre 2004, publié au Moniteur belge du 28 octobre 2004, lequel a annulé l'article 16 de la loi du 3 mai 2003 modifiant la loi du 24 février 1921 concernant le trafic des substances vénéneuses, soporifiques, stupéfiantes, psychotropes, désinfectantes ou antiseptiques et des substances pouvant servir à la fabrication illicite de substances stupéfiantes et psychotropes, des instructions similaires provisoires ont été récemment diffusées dans chaque ressort. Elles concernaient les poursuites en cas de détention par des personnes majeures de quantités très limitées de cannabis.