Uit de toelichting van de gemachtigde van de minister blijkt dat het werkwoord "kunnen" niet gebruikt wordt om aan de Nationale Bank van België een beoordelingsbevoegdheid op te dragen die verder zou reiken dan het onderzoek van de voorwaarden die vastgesteld worden bij of op grond van artikel 34quinquies, § 4, maar dat daarmee verwezen wordt naar de bevoegdheid die aldus aan de Nationale Bank van België verleend wordt om vrijstellingen toe te kennen.
Il ressort des explications du délégué du Ministre que l'utilisation du verbe "pouvoir" n'a pas pour objet de conférer à la Banque nationale de Belgique un pouvoir d'appréciation qui irait au-delà de l'examen des conditions fixées par ou en vertu de l'article 34quinquies, § 4, mais renvoie à la compétence qui est ainsi octroyée à la Banque nationale de Belgique de délivrer des autorisations de dispense.