Wat
meer specifiek het verlenen van kredieten in verband met betalingsdiensten betreft, indien die kredietv
erleningsactiviteit voldoet aan de voorwaarden van artikel 21, § 3 van de wet, ziet de Bank erop toe, overeenkomstig artikel 21, § 3, d) van de wet, dat de betalingsinstelling aan deze activiteit een eigen ve
rmogen toewijst dat minstens gelijk is aan 8 % van het gewogen risicovolume berekend volgens de standaardmethode, overee
...[+++]nkomstig titel V van het reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen.Pour ce qui concerne plus spécifiquement l'activité d'octroi de crédits liés aux services de paiement répondant aux conditions de l'article 21, § 3 d
e la loi, la Banque veille, conformément à l'article 21, § 3, d) de la loi, à ce que l'établissement de p
aiement y alloue un montant de fonds propres au moins
équivalent à 8 % du volume pondéré des risques calculé selon la méthode standard conformément au titre V du règlement relatif a
...[+++]ux fonds propres des établissements de crédit et des entreprises d'investissement.