Art. 16. Elk jaar,vanaf het jaar dat volgt op hun erkenning of de verlenging ervan, bezorgen de Gemeenschapsdiensten en de plaatselijke Centra aan de Minister, met afschrift voor de directeur-generaal, vóór 31 maart, een kort verslag waarin het overzicht van de activiteiten en het eindresultaat van de evaluatie van de laatste twaalf maanden alsook hun activieitsplan voor de komende twaalf maanden en, meer algemeen, voor de langere termijn is opgenomen.
Art. 16. Chaque année, à partir de l'année qui suit leur agrément ou leur prorogation d'agrément, les Services communautaires et les Centres locaux font parvenir au Ministre, avec copie au directeur général, avant le 31 mars, un rapport succinct reprenant leur bilan d'activité et d'évaluation pour les douze derniers mois, ainsi que leur plan d'activité pour les douze mois à venir et, d'une manière plus générale, pour le plus long terme.