De in artikel 3 vermelde arbeiders/sters ontvangen vanwege het fonds voor bestaanszekerheid een bijkomende aanvullende vergoeding ten belope van maximum 94,20 EUR bruto per maand dienst gelegen in de periode die zich situeert vanaf de datum waarop de in artikel 3 gestelde voorwaarden werden vervuld, tot op de vooravond van de ingangsdatum van brug- of rustpensioen en ten laatste op 30 juni 2008.
Les ouvriers/ouvrières mentionnés à l'article 3 reçoivent de la part du fonds de sécurité d'existence un supplément à l'allocation complémentaire limité à 94,20 EUR bruts par mois presté au cours de la période qui débute à la date à partir de laquelle les conditions mentionnées à l'article 3 ont été remplies jusqu'à la veille de la date de début de la prépension ou de la pension de retraite, et ce au plus tard le 30 juin 2008.