Vermits er aldus geen gevaar bestaat dat de terugleiding van betrokkene naar zijn land van oorsprong, dat een lidstaat van de Europese Unie is, hem zou blootstellen aan een behandeling met mogelijk onomkeerbare gevolgen die strijdig zou zijn met het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, is het niet onredelijk onderdanen van een dergelijke lidstaat uit te sluiten van de van rechtswege schorsende werking van een beroep, ingesteld op grond van artikel 39/2, § 1, tweede lid.
Etant donné qu'il n'existe donc pas de danger que la reconduite de l'intéressé vers son pays d'origine, qui est un Etat membre de l'Union européenne, l'expose à un traitement aux conséquences éventuellement irréversibles qui serait contraire à la Convention européenne des droits de l'homme, il n'est pas déraisonnable d'exclure les ressortissants d'un tel Etat membre de l'effet suspensif de plein droit du recours introduit sur la base de l'article 39/2, § 1, alinéa 2.