Vertaling van "vermoedelijk lager ligt " (Nederlands → Frans) :

Een verzoek om samenwerking kan worden afgewezen wanneer het gaat om minder grote bedragen, met name wanneer het vermoedelijke te lage of ontdoken bedrag aan rechten lager ligt dan 25 000 euro, of de vermoedelijke waarde van de op onregelmatige wijze in- of uitgevoerde goederen minder bedraagt dan 100 000 euro.
La coopération peut se voir refusée lorsqu'il s'agit de montants considérés comme d'importance mineure, c'est-à-dire, lorsque le montant présumé des droits trop peu perçus ou éludés ne dépasse pas 25 000 euros, ou lorsque la valeur présumée des marchandises exportées ou importées sans autorisation est inférieure à 100 000 euros.

1. De autoriteit van de aangezochte overeenkomstsluitende partij kan een verzoek om samenwerking afwijzen wanneer het vermoedelijke te lage of ontdoken bedrag aan rechten lager ligt dan 25 000 euro, of de vermoedelijke waarde van de op onregelmatige wijze in- of uitgevoerde goederen minder bedraagt dan 100 000 euro, tenzij de feiten wegens hun aard of de persoon van de dader door de verzoekende overeenkomstsluitende partij als zeer ernstig worden beschouwd.
1. L'autorité de la partie contractante requise peut refuser une demande de coopération lorsque le montant présumé des droits trop peu perçus ou éludés représente une valeur qui n'excède pas 25 000 euros ou que la valeur présumée des marchandises exportées ou importées sans autorisation représente une valeur qui n'excède pas 100 000 euros à moins que l'affaire, en raison de ses circonstances ou de la personne du suspect, ne soit considérée comme très grave par la partie contractante requérante.

Een verzoek om samenwerking kan worden afgewezen wanneer het gaat om kleinere bedragen (artikel 3), met name wanneer het vermoedelijke te lage of ontdoken bedrag aan rechten lager ligt dan 25 000 euro, of de vermoedelijke waarde van de op onregelmatige wijze in- of uitgevoerde goederen minder bedraagt dan 100 000 euro.
La coopération peut se voir refusée lorsqu'il s'agit de montants considérés comme d'importance mineure (Article 3). Il y a un seuil d'application de 25 000 euros comme montant présumé des droits trop peu perçus ou éludés ou 100 000 euros comme valeur présumée des marchandises exportées ou importées sans autorisation.

De heer Roelants du Vivier verwijst naar de memorie van toelichting, waarin het volgende staat : « Een verzoek om samenwerking kan worden afgewezen wanneer het gaat om minder grote bedragen, met name wanneer het vermoedelijke te lage of ontdoken bedrag aan rechten lager ligt dan 25 000 euro, of de vermoedelijke waarde van de op onregelmatige wijze in- of uitgevoerde goederen minder bedraagt dan 100 000 euro» (stuk Senaat, nr. 3-1731/1 blz. 2 en 3).
M. Roelants du Vivier se réfère à l'exposé des motifs qui dispose que « La coopération peut se voir refusée lorsqu'il s'agit de montants considérés comme d'importance mineure, c'est-à-dire, lorsque le montant présumé des droits trop peu perçus ou éludés ne dépasse pas 25 000 euros, ou lorsque la valeur présumée des marchandises exportées ou importées sans autorisation est inférieure à 100 000 euros» (do c. Sénat, nº 3-1731/1, p. 2 et 3)

Behoudens de toepassing van artikel 6 waarbij de twaalfde maand van het verwerven van inkomen na 31 december van het betrokken school- of academiejaar gebeurt, kan van het in aanmerking te nemen jaar waarin inkomsten worden verworven, zoals bepaald in artikel 11 en artikel 13, § 1, worden afgeweken indien het inkomen van het kalenderjaar waarin het school- of academiejaar begint, vermoedelijk lager ligt dan het normaal in aanmerking te nemen inkomstenjaar.
Sans préjudice de l'application de l'article 6, où le douzième mois de l'acquisition du revenu se situe après le 31 décembre de l'année scolaire ou académique concernée, il peut être dérogé de l'année à prendre en compte dans laquelle des revenus sont acquis, fixée à l'article 13, § 1, si le revenu de l'année calendaire dans laquelle commence l'année scolaire ou académique est probablement inférieur au revenu de l'année à prendre en compte.

De Vlaamse Regering bepaalt het in aanmerking te nemen kalenderjaar waarop het kadastraal inkomen wordt bepaald, de uitzonderingen hierop als het inkomen van het kalenderjaar waarin het school- of academiejaar in kwestie begint vermoedelijk lager ligt dan het inkomen van het in aanmerking te nemen kalenderjaar of als de leerling of student pas na het in aanmerking te nemen kalenderjaar voldoet aan de voorwaarden van de leefeenheid waartoe hij behoort, alsmede de attesten op basis waarvan het kadastraal inkomen wordt aangetoond.
Le Gouvernement flamand détermine l'année calendrier à prendre en compte pour la fixation du revenu de référence ainsi que les exceptions à celle-ci si le revenu de l'année calendrier dans laquelle commence l'année scolaire ou académique concernée est probablement inférieur au revenu de l'année calendrier à prendre en compte ou si l'étudiant ne satisfait aux conditions de l'unité de vie à laquelle il appartient qu'après l'année calendrier à prendre en compte, ainsi que les attestations sur base desquelles le revenu cadastral est démontré.

Art. 37. De Vlaamse Regering bepaalt het in aanmerking te nemen kalenderjaar waarop het referentie-inkomen wordt bepaald, de uitzonderingen hierop als het inkomen van het kalenderjaar waarin het school- of academiejaar in kwestie begint vermoedelijk lager ligt dan het inkomen van het in aanmerking te nemen kalenderjaar of als de leerling of student pas na het in aanmerking te nemen kalenderjaar voldoet aan de voorwaarden van de leefeenheid waartoe hij behoort, alsmede de attesten op basis waarvan het referentieinkomen wordt aangetoond.
Art. 37. Le Gouvernement flamand détermine l'année calendrier à prendre en compte pour la fixation du revenu de référence ainsi que les exceptions à celle-ci si le revenu de l'année calendrier dans laquelle commence l'année scolaire ou académique concernée est probablement inférieur au revenu de l'année calendrier à prendre en compte ou si l'élève ou l'étudiant ne satisfait aux conditions de l'unité de vie à laquelle il appartient qu'après l'année calendrier à prendre en compte, ainsi que les attestations sur base desquelles le revenu de référence est démontré.

Art. 13. § 1. Van het in aanmerking te nemen jaar waarin inkomsten worden verworven, bepaald in artikel 11, § 1, kan worden afgeweken indien het inkomen van het kalenderjaar waarin het betrokken academiejaar begint, vermoedelijk lager ligt dan het inkomen in het artikel 11, § 1, bedoelde in aanmerking te nemen jaar.
Art. 13. § 1. Il peut être dérogé de l'année à prendre en compte dans laquelle des revenus étaient acquis, fixée à l'article 11, § 1, si le revenu de l'année calendaire dans laquelle commence l'année académique est probablement inférieur au revenu de l'année à prendre en compte visée à l'article 11, § 1.

Art. 10. Wanneer het inkomen van het kalenderjaar waarin het betrokken academiejaar begint vermoedelijk lager ligt dan het in aanmerking te nemen inkomen bedoeld in artikel 9, wordt met het vermoedelijk inkomen voorlopig rekening gehouden.
Art. 10. Lorsqu'on présume que le revenu de l'année civile au cours de laquelle l'année académique concernée commence sera inférieur au revenu à prendre en considération visé à l'article 9, on tient provisoirement compte du revenu présumé.