Vermogen bestaande uit schepen, luchtvaartuigen en spoor- of wegvoertuigen die door een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat in internationaal verkeer worden geëxploiteerd, alsmede uit roerende goederen (daaronder begrepen de laadkisten bedoeld in artikel 8, paragraaf 2) die bij de exploitatie van die schepen, luchtvaartuigen of spoor- of wegvoertuigen worden gebruikt, is slechts in die Staat belastbaar.
La fortune constituée par des navires, des aéronefs et des véhicules routiers ou ferroviaires exploités en trafic international par une entreprise d'un Etat contractant, ainsi que par des biens mobiliers (en ce compris les conteneurs visés à l'article 8, paragraphe 2) affectés à l'exploitation de ces navires, aéronefs ou véhicules routiers ou ferroviaires, n'est imposable que dans cet Etat.