18. wijst op de noodzaak om op deze zitting van de Mensenrechtenraad de kwestie te bespreken van de vrijheid van vereniging en de bestrijding van alle vormen van repressie, met inbegrip van het vermoorden van vakbondsleiders, politieke activisten, kunstenaars en verdedigers van mensenrechten;
18. insiste sur la nécessité de traiter, lors de cette session du CDH, la question de la liberté d'association et de la lutte contre toutes les formes de répression, y compris l'assassinat des syndicalistes, des militants politiques et associatifs, des artistes et des défenseurs des droits de l'homme;