Art. 30. In artikel 72, 3°, van hetzelfde Wetboek, worden de woorden " een bewijs van goed zedelijk gedrag vrij van elke veroordeling tot een criminele of correctionele straf die onverenigbaar zou zijn met de uitoefening van het ambt" vervangen door de woorden " een uittreksel uit het strafregister van het model bedoeld in artikel 595 van het Wetboek van strafvordering, vrij van veroordelingen tot correctionele straffen die onverenigbaar zijn met het ambt of tot criminele straffen" .
Art. 30. Dans l'article 72, 3°, du même Code, les mots « un certificat de bonne vie et moeurs exempt de toute condamnation à une peine criminelle ou correctionnelle incompatible avec l'exercice de la fonction » sont remplacés par les mots « un extrait de casier judiciaire du modèle visé à l'article 595 du Code d'instruction criminelle, exempt de condamnations à des peines correctionnelles incompatibles avec la fonction ou criminelles ».