13. benadrukt dat stedelijke gebieden door hun dichtheid het meest onder verkeersopstoppingen, luchtverontreiniging en geluidshinder te lijden hebben en daar ook de grootste veroorzakers van zijn; verzoekt de Commissie het gebruik van het openbaar vervoer in deze gebieden aan te moedigen als alternatief voor de auto;
13. souligne que la densité des zones urbaines en fait les zones les plus exposées et les plus "productrices" d'embouteillages et de pollution atmosphérique et sonore; invite la Commission à promouvoir les modes de transport collectifs et alternatifs à l'automobile dans ces zones;