3. Om een billijke verdeling van de beschikbare kredieten over de lidstaten mogelijk te maken, is de Commissie, indien de Uniebegroting aan het begin van het begrotingsjaar niet is vastgesteld of indien het totaalbedrag van de geprogrammeerde vastleggingen de in [artikel 150, lid 3,] van Verordening (EU) nr. FV/xxx vastgestelde drempel overschrijdt, bevoegd om overeenkomstig artikel 111 van deze verordening gedelegeerde handelingen vast te stellen inzake de voor de vastleggingen en de betaling van de bedragen toe te passen methode.
3. Afin de fixer équitablement la répartition des crédits disponibles entre les États membres, lorsque le budget de l'Union n'est pas arrêté à l'ouverture de l'exercice ou si le montant global des engagements anticipés dépasse le seuil fixé à l'article [150, paragraphe 3], du règlement (UE) n° RF/, la Commission est habilitée à adopter des actes délégués en conformité avec l'article 111 du présent règlement, en ce qui concerne les dispositions relatives à la méthode applicable aux engagements et au paiement des montants.