1. Wanneer in geval van geschil met een leverancier een lidstaat gegronde redenen heeft om aan te nemen dat een stof of mengsel, ten aanzien waarvan al dan niet aan de voorschriften van deze verordening wordt voldaan, een risico voor de gezondheid van de mens of voor het milieu vormt wegens de indeling, etikettering of verpakking ervan, kan die lidstaat passende voorlopige maatregelen nemen.
1. Lorsqu'un État membre est fondé à estimer que, dans le cas d'un litige avec le fournisseur, qu'il satisfasse ou non aux prescriptions du présent règlement, une substance ou un mélange présente un danger pour la santé ou pour l'environnement pour des motifs liés à la classification, à l'étiquetage ou à l'emballage, il peut prendre des mesures provisoires appropriées.