Aangezien de vrijstelling wordt toegekend wanneer de gehandicapte persoon op wiens naam het voertuig is ingeschreven, in staat is het voertuig zelf te besturen en het gebruikt voor al zijn verplaatsingen, ongeacht het doel ervan, is de weigering om dezelfde vrijstelling toe te kennen wanneer de gehandicapte persoon niet in staat is het voertuig zelf te besturen, niet bestaanbaar met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie.
Dès lors que l'exemption est accordée lorsque la personne handicapée, titulaire de l'immatriculation du véhicule, est capable de le conduire elle-même et l'utilise pour tous ses déplacements, quelle que soit leur finalité, le refus d'accorder la même exemption lorsque la personne handicapée n'est pas capable de le conduire elle-même est contraire au principe d'égalité et de non-discrimination.