In het Bosman-arrest heeft het Hof van Justitie echter geoordeeld dat: "Het beginsel van de vrijheid van vereniging, neergelegd in artikel 11 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en voortvloeiend uit de constitutionele tradities die de Lid-Staten gemeen hebben, behoort tot de fundamentele rechten die . in de communautaire rechtsorde worden beschermd".
Cependant, dans son arrêt Bosman, la Cour de justice a affirmé que «la liberté d’association, que consacre l’article 11 de la convention européenne de sauvegarde des droits de l’homme et des libertés fondamentales et qui résulte des traditions constitutionnelles communes des États membres, fait partie des droits fondamentaux qui [.] sont protégés dans l’ordre juridique communautaire».