Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "verschil in behandeling aangaande de btw-plicht " (Nederlands → Frans) :

Het verschil in behandeling aangaande de btw-plicht dat bestaat tussen artsen en niet-artsen wanneer voormelde beroepscategorieën behandelingen of ingrepen uitvoeren met een esthetisch karakter, is niet in redelijkheid te verantwoorden.

La différence de traitement relative à l'assujettissement à la TVA qui existe entre les médecins et les non-médecins lorsque les catégories professionnelles précitées réalisent des interventions ou des traitements à vocation esthétique, n'est pas raisonnablement justifiée.


Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie volgt dat het verschil in behandeling aangaande de btw-plicht tussen medische diensten met een esthetisch karakter die niet zijn opgenomen in de RIZIV-nomenclatuur, die btw-plichtig zijn, en andere medische diensten zonder een therapeutisch doel die niet zijn opgenomen in de RIZIV-nomenclatuur, en die niet btw-plichtig zijn, niet in redelijkheid is verantwoord.

Il résulte de la jurisprudence de la Cour de justice que la différence de traitement, relative à l'imposition à la TVA, entre les prestations médicales à vocation esthétique qui ne figurent pas dans la nomenclature INAMI, lesquelles sont soumises à la TVA, et les autres prestations médicales dépourvues de but thérapeutique qui ne figurent pas dans la nomenclature INAMI, lesquelles ne sont pas soumises à la TVA, n'est pas raisonnablement justifiée.


De verzoekende partijen voeren aan dat het bestreden artikel 110 van de wet van 26 december 2015 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet schendt, doordat een niet te verantwoorden verschil in behandeling is doorgevoerd, voor wat betreft de btw-plicht, tussen artsen die voor- en nazorg verlenen bij ingrepen en behandelingen met een esthetisch karakter en artsen die voor- en nazorg verlenen bij ingrepen en behandelingen met een th ...[+++]

Les parties requérantes prennent un moyen de la violation, par l'article 110 attaqué de la loi du 26 décembre 2015, des articles 10, 11 et 172 de la Constitution, en ce qu'il établit une différence de traitement injustifiée, en ce qui concerne l'assujettissement à la TVA, entre les médecins qui dispensent des soins pré- et postopératoires dans le cadre d'interventions et de traitements à vocation esthétique et les médecins qui dispensent des soins pré- et postopératoires dans le cadre d'interventions et de traitements à but thérapeutique (cinquième moyen dans l'affaire n° 6465).


Zonder dat optreden van de wetgever kan de btw-plicht derhalve niet gelden voor niet-artsen, zodat het voormelde verschil in behandeling wel degelijk bestaat en niet aan de hand van een richtlijnconforme interpretatie, zoals de Ministerraad beweert, kan worden opgeheven.

Sans cette intervention du législateur, l'assujettissement à la TVA ne peut par conséquent s'appliquer aux non-médecins, de sorte que la différence de traitement précitée existe effectivement et qu'une interprétation conforme à la directive, comme le soutient le Conseil des ministres, ne permet pas d'y remédier.


Volgens de verzoekende partijen zijn behandelingen en ingrepen van artsen die betrekking hebben op de voor- en de nazorg, identiek, zodat een verschil in behandeling, wat betreft de btw-plicht, niet te verantwoorden zou zijn.

Selon les parties requérantes, les interventions et traitements effectués par des médecins dans le cadre de soins pré- et postopératoires sont identiques, de sorte qu'une différence de traitement, en ce qui concerne l'assujettissement à la TVA, ne saurait être justifiée.


De Ministerraad voert eveneens aan dat het aangeklaagde verschil in behandeling tussen de belastingadministratie en de andere schuldeisers met betrekking tot het voorrecht van de hypothecaire inschrijving dat enkel de eerstgenoemde geniet, niet zijn oorsprong vindt in artikel 31 van de WCO maar in de artikelen 85 en 88 van het BTW-Wetboek die niet het voorwerp van de prejudiciële vraag uitmaken.

Le Conseil des ministres soutient encore que la différence de traitement dénoncée entre l'administration fiscale et les autres créanciers quant au privilège de l'inscription hypothécaire dont seule bénéficie la première, ne trouve pas son origine dans l'article 31 de la LCE mais dans les articles 85 et 88 du Code de la TVA qui ne font pas l'objet de la question préjudicielle.


Dit verschil in fiscale behandeling vindt zijn oorsprong in het feit dat zowel online kranten als online tijdschriften voor btw-doeleinden dienen te worden aangemerkt als zogenaamde “langs elektronische weg verrichte diensten”, waarop verlaagde btw-tarieven geen toepassing kunnen vinden overeenkomstig artikel 98, lid 2, tweede alinea van de btw-richtlijn.

Cette différence de traitement fiscal trouve son origine dans le fait que tant les journaux en ligne que les périodiques en ligne, sont considérés, pour l’application de la TVA, comme ce que l’on appelle “des services fournis par voie électronique”, pour lesquels les taux de TVA réduits ne peuvent trouver à s’appliquer conformément à l’article 98, paragraphe 2, alinéa 2, de la directive TVA.


Bovendien heeft het Arbitragehof in zijn arrest nr. 57/2005 van 16 maart 2005 geoordeeld dat artikel 6, derde lid, van het BTW-Wetboek de artikelen 170, § 1, 10 en 11 van de Grondwet schendt, omdat de door artikel 6, derde lid, van het Wetboek aan de Koning verleende bevoegdheid « een niet te verantwoorden verschil in behandeling in twee categorieën van belastingplichtigen inhoudt : degenen die de waarborg genieten dat niemand kan worden onderworpen aan een belasting indien daartoe niet is beslist door een democratisch verkozen beraad ...[+++]

En outre, la Cour d'arbitrage, en son arrêt nº 57/2005 du 16 mars 2005, a considéré que l'article 6, alinéa 3, du Code de la TVA viole les articles 170, § 1 , 10 et 11 de la Constitution suite au fait que la délégation au Roi qu'organise l'article 6, alinéa 3, du Code « implique une différence de traitement injustifiable entre deux catégories de contribuables: ceux qui bénéficient de la garantie que nul ne peut être soumis à un impôt si celui-ci n'a pas été décidé par une assemblée délibérante démocratiquement élue et ceux qui sont privés de cette garantie constitutionnelle ».


Het Arbitragehof zegt in zijn arrest nr. 57/2005 van 16 maart 2005 voor recht, dat artikel 6, derde lid, van het BTW-Wetboek de artikelen 170, §§ 1, 10 en 11 van de Grondwet schendt en gaat er inzonderheid vanuit dat de machtiging die aan de Koning wordt verleend in artikel 6, derde lid, van het Wetboek « een niet te verantwoorden verschil in behandeling inhoudt tussen twee categorieën van belastingplichtigen : degene die de waarborg genieten dat niemand kan worden onderworpen aan een belasting indien daartoe niet is beslist door een ...[+++]

La Cour d'arbitrage, en son arrêt nº 57/2005 du 16 mars 2005, dit pour droit que l'article 6, alinéa 3, du Code de la T.V. A. viole les articles 170, § 1 , 10 et 11 de la Constitution, considérant notamment que la délégation au Roi qu'organise l'article 6, alinéa 3, du Code « implique une différence de traitement injustifiable entre deux catégories de contribuables: ceux qui bénéficient de la garantie que nul ne peut être soumis à un impôt si celui-ci n'a pas été décidé par une assemblée délibérante démocratiquement élue et ceux qui sont privés de cette garantie constitutionnelle ».


Bovendien heeft het Arbitragehof in zijn arrest nr. 57/2005 van 16 maart 2005 geoordeeld dat artikel 6, derde lid, van het BTW-Wetboek de artikelen 170, § 1, 10 en 11 van de Grondwet schendt, omdat de door artikel 6, derde lid, van het Wetboek aan de Koning verleende bevoegdheid « een niet te verantwoorden verschil in behandeling in twee categorieën van belastingplichtigen inhoudt : degenen die de waarborg genieten dat niemand kan worden onderworpen aan een belasting indien daartoe niet is beslist door een democratisch verkozen beraad ...[+++]

En outre, la Cour d'arbitrage, en son arrêt nº 57/2005 du 16 mars 2005, a considéré que l'article 6, alinéa 3, du Code de la TVA viole les articles 170, § 1 , 10 et 11 de la Constitution suite au fait que la délégation au Roi qu'organise l'article 6, alinéa 3, du Code « implique une différence de traitement injustifiable entre deux catégories de contribuables: ceux qui bénéficient de la garantie que nul ne peut être soumis à un impôt si celui-ci n'a pas été décidé par une assemblée délibérante démocratiquement élue et ceux qui sont privés de cette garantie constitutionnelle ».




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'verschil in behandeling aangaande de btw-plicht' ->

Date index: 2021-11-20
w