De Raad van State vergelijkt de situatie van die vennoten, natuurlijke pe
rsonen, met die van verschillende andere categorieën van personen ten aanzien van wie de Koning niet ertoe gemachtigd is een dergelijke waarborgregeling in te voeren, namelijk (1) de vennoten, natuurlijke personen, van een
andere vennootschap dan een erkende coöperatieve vennootschap, (2) de vennoten of aandeelhouders van elke
andere vennootschap die optreedt in de financiële sector, met name een kredietinstelling, (3) de instellingen voor de financiering van pensioenen en hun aangeslotenen en recht
hebbenden ...[+++]en (4) de gemeenten die verenigd zijn binnen de nv « Gemeentelijke Holding ».