2. Zolang lidstaten voor de verrichting van luchtverkeersdiensten voor civiel en militair luchtverkeer van verschillende entiteiten gebruik maken, houden zij de Commissie op de hoogte van de wijze waarop de samenwerking tussen die entiteiten is georganiseerd en van de maatregelen die zijn genomen om deze samenwerking te bevorderen of, indien mogelijk, deze entiteiten met elkaar te integreren.
2. Lorsque, dans un État membre, les services de navigation sont fournis par des organismes distincts selon que le trafic aérien est civil ou militaire, cet État tient la Commission informée des modalités de la coopération entre ces organismes et des actions entreprises pour renforcer cette coopération ou, lorsque cela est possible, pour intégrer ces entités les unes aux autres .