(3) Als gevolg van het slechte weer kunnen in verschillende gebieden in bepaalde lidstaten gewassen op percelen die voor de oogst 2001/2002 uit productie moeten worden genomen, met name aardappelen, suikerbieten, voederbieten, wortelen en pastinaken, niet vóór 15 januari 2001 worden geoogst.
(3) À la suite de mauvaises conditions climatiques, les producteurs de différentes régions de certains États membres se trouvent dans l'impossibilité de procéder, avant le 15 janvier 2001, à la récolte de cultures, notamment de pommes de terre, betteraves à sucre, betteraves fourragères, carottes ou panais, sur des terres destinées à être gelées au titre de la campagne 2001/2002.