Art. 3. De vertegenwoordigers
van studenten in de verschillende organen die samengesteld zijn binnen
elke inrichting voor hoge
r onderwijs mogen geen straf ondergaan voor de akten die gesteld worden in de uitoefening van hun mandaat of we
gens de uitoefening ervan, met uitzondering van de onwettige akten of de akten die in strijd
...[+++] zijn met de geldende regelgevingen binnen de inrichting voor hoger onderwijs waarin ze verkozen of aangesteld worden.
Art. 3. Les représentants des étudiants dans les différents organes constitués au sein de chaque établissement d'enseignement supérieur ne peuvent subir de sanction pour les actes posés dans l'exercice de leur mandat ou du fait de celui-ci, à l'exception des actes illégaux ou contraires aux réglementations en vigueur dans l'établissement d'enseignement supérieur au sein duquel ils sont élus ou désignés.