Het vierde middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10, 11, 23 en 32 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met het Verdrag van Aarhus, met de richtlijn 2003/4/EG en met artikel 160 van de Grondwet, omdat de artikelen 5/2, derde lid, en 5/3 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State gelijke situaties op een verschillende manier zouden behandelen.
Le quatrième moyen est pris de la violation des articles 10, 11, 23 et 32 de la Constitution, combinés ou non avec la Convention d'Aarhus, avec la directive 2003/4/CE et avec l'article 160 de la Constitution, au motif que les articles 5/2, alinéa 3, et 5/3 des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat traiteraient différemment des situations égales.