69. benadrukt nogmaals dat de vervoersinfrastructuur op niet-discriminerende wijze en zonder obstakels toegankelijk moet zijn voor personen met een handicap op beperkte mobiliteit, waarbij moet worden gezorgd voor toegankelijke formats (bv. Braille, goede leesbaarheid) voor alle vervoerswijzen en aanverwante diensten, overeenkomstig de „design for all”-vereisten, met inbegrip van transfers tussen verschillende vervoerswijzen en in alle reisstadia, van het boeken van een vervoersbewijs, de toegang tot het perron en het betreden van de voertuigen, tot het indienen van een klacht wanneer dit nodig is;
69. souligne que les infrastructures de transport doivent être de nature à permettre aux personnes handicapées ou à mobilité réduite de jouir d'un accès sans obstacle et sans discrimination et dans des formats accessibles (par exemple le braille ou des formats faciles à lire) à tous les moyens de transport et à tous les services connexes respectant les exigences de «conception universelle», y compris le passage d'un mode à l'autre à toutes les étapes du voyage: réservation du billet, accès à la zone d'embarquement, embarquement dans le véhicule et dépôt de réclamation, le cas échéant;