Voornoemde Akte van Brussel van 26 juni 1948 wordt als uitermate geslaagd beschouwd, niet alleen omdat zij heeft gezorgd voor een grote vooruitgang op het stuk van de bescherming van zowel het morele recht als de vermogensrechten van de auteurs, waarvan zij het exclusieve karakter heeft gexpliciteerd, maar tevens omdat de Akte erin is geslaagd deze bescherming te harmoniseren met de noodzaak om het algemeen belang te vrijwaren, onder meer met betrekking tot de verspreiding van de cultuur en de vrijheid van informatieverstrekking.
Il est également admis que l'Acte de Bruxelles du 26 juin 1948 précité a été particulièrement réussi parce qu'il a non seulement marqué de nombreux progrès dans la protection tant du droit moral que des droits patrimoniaux des auteurs dont il a fait ressortir le caractère d'exclusivité, mais aussi parce qu'il a heureusement harmonisé cette protection avec la nécessité de sauvegarder l'intérêt général, entre autres sous le rapport de la diffusion de la culture et de la liberté de l'information.