« Schendt artikel 1412bis, § 4, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, dat
bepaalt dat het bij verstek gewezen vonnis uitgesproken naar aanleiding van verzet tegen beslag op de goederen die toebehoren aan een publiekrechtelijke rechtspersoon niet vatbaar is voor verzet, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in die zin geïnterpreteerd dat het het recht op verzet van de veroordeelde partij die verstek heeft late
n gaan, beperkt tot vorderingen die losstaan van di ...[+++]e bedoeld in artikel 1412bis van het Gerechtelijk Wetboek, zoals een vordering met betrekking tot de toekenning van schadevergoeding ?
« L'article 1412bis, § 4, alinéa 2, du Code judiciaire qui prévoit que le jugement rendu par défaut prononcé suite à une opposition à saisie pratiquée sur les biens appartenant à une personne morale de droit public n'est pas susceptible d'opposition viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution lus isolément et éventuellement combinés avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme interprété en ce qu'il limite le droit d'opposition de la partie ayant fait défaut condamnée à des demandes étrangères à celles de l'article 1412bis du Code judiciaire, telle une demande relative à l'octroi de dommages et intérêts ?