Tekenen vertegenwoordigers van natuurlijke of rechtspersonen de klachten en verzoeken bedoeld bij artikel 23, § 1, c) en d), van de wet, dan moeten deze vertegenwoordigers een schriftelijk mandaat voorleggen dat hun bevoegdheid tot vertegenwoordiging aantoont.
Lorsque les plaintes et demandes visées à l'article 23, § 1, c) et d), de la loi sont signées par des représentants de personnes physiques ou morales, ces représentants doivent présenter un mandat écrit attestant leur pouvoir de représentation.