B) a) Hoeveel klachten hiervan werden ingediend in bedrijven waar een vertrouwenspersoon aanwezig is? b) In hoeveel van deze gevallen had de bemiddeling van de vertrouwenspersoon een positief resultaat? c) Hoeveel klachten werden door de vertrouwenspersoon doorgespeeld aan de preventieadviseur? d) In hoeveel gevallen werd de klacht onmiddellijk doorgespeeld aan de preventieadviseur?
B) a) Combien de plaintes ont été déposées dans des entreprises où il existe une personne de confiance? b) Dans combien de cas de plainte la médiation de la personne de confiance a-t-elle abouti à un résultat positif? c) Combien de plaintes la personne de confiance a-t-elle transmises au conseiller en prévention? d) Dans combien de cas la plainte a-t-elle été transmise immédiatement au conseiller en prévention?
